Papier maché mandril
Sinds ik begonnen ben met de papier maché dieren, lijkt er geen eind aan te komen. Iedere keer als ik weer een plaatje van een mooi dier tegenkom, wil ik die ook nog maken. Over een paar jaar moet ik op zoek naar een kasteeltje waar ik mijn collectie in de trofeeënzaal kan uitstallen, maar tot die tijd vind ik elke keer wel weer een plekje.
De basis
Zoals bij iedere dierenkop die ik maak, ben ik begonnen met een zijaanzicht. Op internet zoek ik naar een goede profil foto en vergroot ik hem uit tot (waarvan ik denk) ware grootte. Bij de mandril heb ik nog opgezocht wat de lengte was van zijn schedel en dat bleek keurig overeen te komen met de grootte die ik gegokt had. Het zijaanzicht neem ik over op dik karton en daarna ga ik lagen aanbrengen van krantenproppen. Krantenproppen zet ik (tijdelijk) vast met schilderstape. Vaak ga ik er al met een paar lagen papier maché overheen, voor ik een nieuwe laag krantenproppen aanbreng. Zo maak ik een basisvorm van de kop en de hals.
Vaak zie ik pas net voor ik de details ga aanbrengen dat er iets niet klopt in de verhouding van de kop. Zo heb ik al regelmatig oren eraf gesneden en er opnieuw aangezet en zelfs hele stukken verbreed door de buitenkant door te snijden, hem van binnen op te vullen en het gat weer dicht te maken met een paar lagen papier maché. Ook wegsnijden is verrassend eenvoudig. Mits je een goede basis hebt en genoeg lagen papier maché, dan kun je je werkstuk behandelen als een houtsnijwerk.
Bij de mandril vond ik dat de voorkant van de neus verder naar achter moest hellen. Door een stuk achter de neus weg te halen (inclusief wat proppen binnenin), kon ik de boel naar achter duwen en weer vast zetten met een paar lagen papier maché. Een handig hulpmiddel wat ik vaak gebruik zijn spelden. Zeker als het papier maché nat is, werken ze geweldig door een deel op zijn plek te houden tot het droog is en brengen ze minimale schade aan.
De details maak ik nog steeds vaak met mijn papier maché-houtlijm mengsel. Ik versnipper de kranten tot kleine stukjes, laat ze weken in behanglijm en voeg op het eind een flinke scheut houtlijm toe. Hierdoor wordt het krantenpapier keihard na het drogen. Ideaal voor dingen als neusvleugels en oogleden.
Schilderwerk
Hoewel ik het opbouwen van de kop het leukste vind, is het schilderwerk wel mijn favoriete deel, omdat het betekent dat de kop bijna af is. Op iedere kop begin ik met een basiskleur. Bij de mandril koos ik voor een zandkleur. Daar overheen heb ik met een spons een zwarte laag aangebracht, zodat de zandkleur erdoor heen zou blijven komen. De neus kreeg de typische blauwe kleur. In veel gevallen maak ik als eerste de ogen af, zodat ik daar een aantal lagen hoogglans lak overheen kan doen. Zo zijn ze beschermd tegen eventuele uitschieters en heb ik het meest priegelige werk er al opzitten. Voor het verven gebruik ik altijd acrylverf. Deze is na droging niet volledig watervast, maar goed genoeg om schoongemaakt te worden met een heel licht vochtig doekje. Ook heeft acrylverf een matte finish wat hem ideaal maakt voor het schilderen van vacht.
Haren
Om de mandril meer natuurgetrouw te maken, besloot ik hem een heuse coiffure te geven van papieren haar. Dat bleek een inmense opgave te zijn waar ik een aantal dagen mee bezig ben geweest. Op gekleurd papier (licht zandkleur en een donkerdere) heb ik eerst zo nonchalant mogelijk zwart strepen getrokken met zwarte verf. Daarna heb ik franjes geknipt, een plakrandje erin gevouwen en ben ik symetrisch stukken op het hoofd gaan plakken, afwisselend met licht en donker papier. Uiteraard was ik nog niet tevreden met het eindresultaat dus heb ik de volledige voorste rij, haar voor haar bevestigd door een klein sneetje te maken en er met een pincet een papieren haar in te plakken. Daar zijn wat uurtjes in gaan zitten...
Het haar is niet iets wat ik snel nog een keer zou doen, maar zonder de kuif en sik was hij niet compleet geweest. Inmiddels hangt hij op de trophy wall, tussen de kaketoe, de flamingo, de beren, de maki en de giraf.